Werkmethode
Cognitieve gedragstherapie:
Gedragstherapie gaat ervan uit dat gedrag, gedachten en gevoelens voor een groot deel zijn aangeleerd. Klachten zoals angsten, dwanghandelingen of middelenmisbruik kunnen daarom afgeleerd worden.
Relatie- en gezinstherapie:
Deze theorie gaat ervan uit dat mensen deel uitmaken van verschillende sociale systemen, zoals familie, werk en vrienden. Hierbij staat het gezin van herkomst centraal. Problemen ontstaan vaak door wisselwerkingen tussen mensen, zoals communicatie of taakverdeling. In deze therapie wordt altijd gekeken naar deze onderlinge invloeden.
Contextuele therapie:
Contextuele therapie gaat ervan uit dat een mens altijd verbonden is met zijn of haar bredere context, zoals relaties over generaties heen. De contextuele werker houdt het familiale netwerk in het oog, zelfs bij individuele begeleiding en streeft naar een eerlijke balans tussen geven en ontvangen in relaties.